Theologisch Elftal Trouw

Verschenen in Trouuw, 5 november 2020.

In de herziening van de Nieuwe Bijbelvertaling wordt naar God weer met een hoofdletter verwezen: hij wordt Hij. Daar is lang niet iedereen blij mee. ‘Ik gebruik zelf voor God een hoofdletter. Dat wordt dan dus Hij, maar ook Zij of Jij als dat zo uitkomt.’

 

De Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 was om veel redenen vernieuwend. Een van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van bijbelvertalingen daarvoor was het hoofdlettergebruik. Niet langer werden voornaamwoorden die naar God verwezen, met een hoofdletter geschreven. Niet langer ‘Hij’, maar ‘hij’.

Sommige bijbellezers konden daar maar niet aan wennen, en vorige week werd bekend dat de nieuwe editie van 2021 dit weer terugdraait. Vanaf nu wordt het weer ‘Hij’. Is dit een onbetekenende wijziging, of schuilt hier meer achter?

Manuela Kalsky, bijzonder hoogleraar op de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor theologie en samenleving aan de VU, was als supervisor betrokken bij de totstandkoming van de vertaling van 2004. Zij is niet blij met die hoofdletter. “Een van de uitgangspunten van de vertaling in 2004 was om waar mogelijk inclusief taalgebruik te hanteren. Recht doen aan de pluraliteit van beelden voor JHWH in de grondtekst (JHWH komt van de Hebreeuwse lettercombinatie waarmee God in de Hebreeuwse grondtekst wordt aangeduid, red). Daar is toen uitgebreid onderzoek naar gedaan. Allerlei experts zijn geraadpleegd en voor- en tegenargumenten zijn gewikt en gewogen. Er is toen bewust gekozen voor kleine letters, omdat ‘Hij’ met een hoofdletter te veel suggereert dat God een man zou zijn. Al die zorgvuldige afwegingen worden nu door het Bijbelgenootschap terzijde geschoven, met een beroep op de vele brieven van lezers, die niet aan het wegvallen van de ‘eerbiedshoofdletter’ kunnen wennen. Waarom voer je dan niet een onderzoek uit om serieus zicht te krijgen hoe bijbellezers nu tegen de vertaling uit 2004 aankijken.”

Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University, begrijpt de ophef niet. “De vraag naar een goede vertaling van de Godsnaam is relevant, en ik ben er geen voorstander van dat die automatisch als ‘Heer’ vertaald wordt. Maar die kwestie van het hoofdlettergebruik zie ik niet. In 1992 werd in de nieuwe katholieke Willibrordvertaling van het Nieuwe Testament ‘hij’ geschreven, in 1994 bij integrale uitgave was het weer ‘Hij’. Volgens mij was daarover geen ophef. Ik gebruik zelf voor God een hoofdletter. Dat wordt dan dus Hij, maar ook Zij of Jij als dat zo uitkomt. Tegelijkertijd: de grondtekst maakt geen onderscheid tussen hoofd- of kleine letters en het is niet meer dan conventie. Ik zie deze kwestie vooral als een wat moeizame poging om de geslachtelijkheid van God weer op de agenda te zetten. Maar God was al ‘Heer’ in de Nieuwe Bijbelvertaling, daar is niets aan veranderd.”

Kalsky: “Het beeldverbod in de Bijbel (dat voorschrijft dat God niet mag worden afgebeeld, red) is mij zeer dierbaar. We zouden het serieuzer moeten nemen. Feministische studies hebben laten zien hoe destructief patriarchale beelden van God en Jezus kunnen zijn. Als de grondtekst ruimte laat om over God ook in vrouwelijke beelden te spreken moet je die ruimte ook in de taal bieden. God is niet alleen een vader, maar ook een hen die haar kuikens onder haar vleugels neemt. Waarom zouden we Gods mannelijkheid sterker willen benadrukken dan de Bijbel doet? Waarom zouden we het mannelijke beeld van God moeten sacraliseren door ‘hij’ met een hoofdletter te schrijven?”

Borgman: “Gaat het hier wel echt om het hoofdlettergebruik, of schuilt hier een kerkpolitieke inschatting achter? Er wordt wel gezegd dat dit hoofdlettergebruik een knieval richting de orthodoxie zou zijn. In dat geval gaat het dus niet over hoofdlettergebruik, maar over de angst dat de invloed van de invloed van de ene richting groeit ten koste van de andere. Die angst kan terecht zijn – hoewel ik niet weet wat er mis is met orthodoxie, maar dat is een andere discussie – maar of je die via dat hoofdlettergebruik moet benaderen? Misschien ben ik hier wat te katholiek voor: het lijkt mij niet handig om bij zulke kwesties onmiddellijk principiële tegenstellingen uit te roepen.”

Kalsky: “In 2004 was een brede oecumenische eigentijdse vertaling de inzet. Het was een zorgvuldig proces en er zijn weloverwogen keuzes gemaakt. Nu voelt het als een soort coup. Het is de behoudende kant van de kerken die die kleine letter niet ziet zitten. Voor de duidelijkheid: het gaat mij niet om een politiek-correcte vertaling. Het gaat mij erom, dat zichtbaar wordt dat al onze beelden van God tekortschieten. Je kunt JHWH niet voor je karretje spannen. Je kunt er geen machtsmisbruik en onderdrukking mee legitimeren. En dat is heel belangrijk voor onze samenleving. Er is namelijk een aantoonbaar sociologisch verband tussen de wijze waarop we over God spreken, en de manier waarop onze onderlinge machtsverhoudingen vorm krijgen. Anders gezegd: onze taal weerspiegelt niet alleen een werkelijkheid, ze schept ook een werkelijkheid. De feministische theologe en filosofe Mary Daly zei het al: als God mannelijk is, is de man God. Het is in dat licht paradoxaal dat de PKN aan de ene kant strijdt tegen seksueel misbruik, terwijl aan de andere kant mannelijke macht in deze vertaling weer goddelijk gesanctioneerd wordt. Dat is lastig uit te leggen.”

Borgman: “Woorden kunnen inderdaad een bestaande realiteit versterken: geslachtelijke godstaal kan gender-onderdrukking versterken. Maar ik geloof dan weer niet dat we de realiteit kunnen veranderen door de taal te veranderen. Misschien schrikken we ervan, als God in de Bijbel met de patriarchaal klinkende term ‘Vader’ wordt aangeduid. Maar we moeten dan niet de tekst wijzigen of het woord ‘Vader’ schrappen, maar laten zien hoe het vaderbegrip van God géén patriarchaal vaderbegrip is. Dat is veel ingewikkelder, maar dat is wel de weg die we gaan moeten. Ondertussen geef ik je gelijk dat het goed is te benadrukken wat we anders dreigen te vergeten. We moeten wijzen op de vrouwelijke metaforen voor God in de Bijbel, we kunnen nadrukkelijk met ‘Zij’ naar de Geest verwijzen. En we kunnen in liedteksten en gebeden nieuwe metaforen ontwikkelen. Want er bestaat theologisch gesproken, ook binnen de orthodoxie, geen misverstand over: God is niet mannelijk of vrouwelijk.”

BRON: https://www.trouw.nl/religie-filosofie/is-god-een-hij-of-een-hij-of-is-god-een-vrouw~b5fb1a15/ 

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.