Herdenkingsdienst Mozes en Aaronkerk omgekomen vluchtelingen
Manuela Kalsky hoopt dat Europa zijn moreel kompas hoog houdt. (verschenen op Nieuw Wij op 8 november 2021)
“Moreel leiderschap is nodig om een inclusieve en duurzame migratiepolitiek vorm te geven.” Dat zei Manuela Kalsky bij de herdenkingsdienst op zondag 7 november in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam voor vluchtelingen die zijn omgekomen aan de Europese grenzen.
Ze wees op de recente verklaring van de Churches’ Commission for Migrants in Europe. Dat is een oproep aan landen en regeringen om tot een fundamentele verandering te komen in koers én retoriek van het Europese asiel- en migratiebeleid.
Je zei: ‘Ik zal naar een ander land gaan, naar een andere zee. Een andere stad zal er te vinden zijn beter dan deze. Al wat ik onderneem wordt onherroepelijk veroordeeld En mijn hart is – als een dode – begraven. Hoe lang zal mijn verstand hier moeten verkwijnen. Waar ik mijn ogen ook op richt, waar ik ook kijk, Zwarte puinhopen van mijn leven zie ik hier, Waar ik zoveel jaar heb doorgebracht, verwoest en bedorven.’
K.P. Kavafis *)
Deze woorden zijn afkomstig van de Griekse dichter Konstantínos Kaváfis. Ze staan in zijn in 1910 gepubliceerde gedicht ‘de stad’. Toen ik deze regels voor het eerst las, voelde ik diepe ontreddering en compassie. Eenzelfde gevoel dat ik ook bij deze herdenkingsdienst heb. De confrontatie met het leed van mensen, die er alles voor over hadden om de gevaarlijke oversteek naar Europa te wagen, en hun hoop op een beter leven met de dood moesten bekopen, raakt mij. Sommige van hen vertrokken noodgedwongen, op de vlucht voor oorlog en geweld en omdat ‘de stad’ waar zij leefden in puin ligt. Anderen gingen min of meer vrijwillig weg, op zoek naar een betere toekomst voor henzelf en hun kinderen. Ze lieten alles achter: hun familie, hun vrienden, hun bezittingen – hun thuis.
Waarom bepaalde woorden, beelden en verhalen van een ander je raken, zegt meestal ook iets over je eigen verhaal. Dat geldt ook voor mij. De berichten over vluchtelingen op zoek naar veiligheid – inmiddels zijn ruim 82 miljoen mensen wereldwijd gedwongen op de vlucht, waarvan ongeveer de helft kinderen – herinneren mij aan de geschiedenis van mijn eigen familie aan mijn vaders kant. Ook zij maakten deel uit van een grote stroom vluchtelingen, die vanuit Oost-Pruisen naar West-Duitsland trok.
Miljoenen mensen waren in de koude winter van 1944-1945 uit angst voor het oprukkende Rode Leger op de vlucht richting westen geslagen. Alleen de sterksten overleefden de ijzige kou en de honger. Vooral veel ouderen raakten te uitgeput om nog verder te kunnen lopen en moesten worden achtergelaten. Baby’s stierven aan onderkoeling in de armen van hun moeders, die ertoe moesten worden gedwongen hun dode kinderen niet langer in hun armen mee te dragen, maar in de sneeuw te begraven. Mensen bedelden om voedsel, braken in kelders in, op zoek naar etensvoorraden om te overleven. De trektocht ging over het Haff, een dichtgevroren stuk van de Oostzee. Soms begaf het ijs het en dan verdwenen mens, paard en wagen in de diepte. Maar niet alleen de kou en de honger waren hun vijanden. De vluchtelingen werden vanuit de lucht door Russische bommenwerpers belaagd en onder vuur genomen.
Er voltrok zich een humanitaire ramp die honderdduizenden mensen het leven kostte. Wie de tocht overleefde, werd opgevangen in vluchtelingkampen. Ze werden verdeeld over heel Duitsland en hielpen erbij het land na de oorlog weer uit de as te laten herrijzen.
Het ‘wir schaffen das’, waarmee de Duitse bondskanselier Angela Merkel in 2015 de vluchtelingen in Duitsland ontving en de deuren opende, om veiligheid te bieden aan mensen die van huis en haard verdreven waren, moet mede in het licht van deze Duitse vluchtelingen-geschiedenis worden gezien.
Maar de woorden van Kaváfis roepen niet alleen pérsoonlijke herinneringen op aan de ook door mij achtergelaten Heimat. Ze appelleren ook aan de waarden van waaruit het na-oorlogse Europa is ontstaan. Waarden, die een belangrijke rol spelen in het functioneren van een humane samenleving, en die bij ons cultureel en religieus erfgoed horen: naastenliefde, compassie en gastvrijheid voor de vreemdeling. Waarden die bij álle levensbeschouwelijke en religieuze tradities hoog in het vaandel staan. Door de geschiedenis heen waren zij wegwijzers in de omgang met elkaar en met ‘de ander’. Geen kant-en-klaar recept werd erbij geleverd en de geschiedenis laat zien hoe moeilijk het was en is ‘je naaste lief te hebben zoals jezelf’.
Maar het is wel een must, wil je een voor God en mensen welgevallig leven leiden, zegt Matteüs in de tekst die we zonet hoorden.
Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.